29 september 2016

Ik was op Inishmore. Of toch niet?


Op de lagere school schreven wij in ons aardrijkskundeschrift wat de meester op het bord had geschreven. Ik weet niet precies wat daarvan de  educatieve waarde was, maar daar ging het ons ook niet om. Het aardige van dat aardrijkskundeschrift was dat je er plaatjes bij mocht plakken. Daarvoor gingen wij naar de Rabobank, die ook dienst deed als reisbureau. Ik wist niet wat een reisbureau was, maar ik vond het de normaalste zaak van de wereld dat je daar reisgidsen kon halen. Hele dikke reisgidsen.

Die plaatjes waren vaak niet groter dan een flink uitgevallen postzegel en toch bepaalden sommige van die afbeeldingen tot de komst van Pinterest mijn beeld van hele delen van de wereld. Jarenlang heb ik bij mijn ouders aangedrongen op een trip naar Northumberland vanwege een gekoesterd plaatje, amper groter dan een pasfoto. We zijn tot Cornwall gekomen, maar dat had geloof ik weinig van doen met de reisgidsen van de Rabobank. 

Ik knip geen plaatjes meer uit reisgidsen, maar ik doe nog wel eens een virtueel tochtje op Pinterest. Eenzame cabins en mistige landschappen kunnen op mijn onverdeelde aandacht rekenenen. Regen en wind kunnen mij achter de laptop immers niet deren. Mijn romantische ziel doolt graag rond in dat soort gebieden, maar toch kom ik meestal op meer zonovergoten bestemmingen terecht.

Gelukkig beschik ik over een rijke fantasie en zo kwam het dat ik de afgelopen maand dikwijls op The Aran Islands bivakkeerde. In gedachten las ik er James Joyce en Seamus Heaney bij. Terwijl de luiewijvenzomer mijn verbeelding extra hard deed werken, mijmerde ik over afgelegen wonen in een stenen cottage vlakbij zee, waar ik lesgaf in het enig overgebleven lagere schooltje met elf leerlingen, fruit en groente inmaakte en langzaam aan de rotsmaak van zelfgestookte whiskey begon te wennen. Buiten was het dertig graden. 
Nu is het vest dat ik breide af. Ik breide zonder patroon omdat de meeste patronen die ik vond te ruim en te oubollig waren. Mode is een dingetje op Inishmore. Bovendien heb ik leren breien in het top-down-en-seamless-tijdperk, wat zoveel betekent dat het klaar is als je klaar bent met breien. Geen panden die je in elkaar moet naaien, een enorme aanrader. Ik ging op zoek naar klassieke aran kabelpatronen en dit is het resultaat. Voor de liefhebber: ik combineerde een honeycomb cable en een aran diamond en als filling stitch deed ik een double seed stitch, ook wel bekend als een dubbele gerstenkorrel. Ik vind het prachtvest. 

Misschien dat er binnenkort wel een tripje naar Ijsland inzit of naar de Shetlandeilanden. 

18 september 2016

Keep going, een quilt voor hardlopers


't Is rot, maar het mot. Dat vat kort en bondig mijn houding tegenover sport samen. Het is ook nog van vrij recente datum dat ik vind dat het mot, trouwens. Veel langer haalde ik mijn neus op voor zoiets onbenulligs en vermoeiends als sport.

Ik ben getrouwd met een man die in veel facetten een perfecte tegenpool is. Sport is hierop geen uitzondering. Tot voor kort liep hij vijftig, zestig kilometer per week. Anderhalf jaar geleden liep hij voor het eerst een marathon, die letterlijk zijn achilleshiel bleek. Nu fietst hij. Mokkend. Want fietsen weet u, dat is geen lopen. 

Al onze kinderen sporten. Twee hockeyers en een voetballer zorgen ervoor dat de zaterdag goed gevuld is. Ook het loopvirus is bij twee van onze kinderen aangeslagen. Tijdens het voor- en najaar wordt hier volop ingeschreven voor diverse loopjes in de omgeving. Overal in huis bungelen dan ook medailles en de stapel loopnummers (het papiertje wat je op je borst spelt met een chip erin voor de tijdwaarnemening) nam gestaag toe. 

Jaren geleden vatte ik het plan op om een quilt te maken met die loopnummers. De meesten zijn gemaakt van tyvek. Een soort papier dat geen papier is, maar ook zeker geen textiel! Het smelt wel als sneeuw voor de zon in de buurt van een strijkijzer, kan ik inmiddels uit ervaring vertellen. Om na de marathon en de achilleshiel nog even in de buurt van een grieks drama te blijven, kan ik u vertellen dat het aan elkaar naaien van de nummers sysifusarbeid was. Nou ja, uiteindelijk niet, want het resultaat is er dan toch.

De eerste nummers verstierde ik door ze gewoon aan elkaar te stikken. Het leek wel of ik een 'hierlangs afscheuren'- rand had gecreëerd. Zigzaggen bleek beter te werken. Tot groot verdriet van onze dochter verknoeide ik met het strijkijzer een gekoesterde sticker op eén van de nummers. 1e meisje stond erop.

Het toeval wilde dat toen het hele gevaarte klaar en ik voor een laatste strijkbeurt met het ijzer in de aanslag stond, ik een seconde werd afgeleid en vervolgens een flink gat brandde in mijn reeds voltooide quilt. Recentelijk was er nieuw eerste plek verworven door Lauren en kon de eerste fout alsnog hersteld, of beter, versteld worden.

Ik had bedacht dat ik deze quilt op de naaimachine ging quilten. Ik had al wel voorzien dat het met de hand quilten (doorrijgen met eindeloos veel kleine steekjes) geen haalbare kaart zou zijn, maar ook kreeg ik het ding niet meer onder de naaimachine door. Ik knoopte de delen dus aan elkaar en quiltte de p.r's van iedereen in de stoffen delen.

Inmiddels heeft de quilt een ereplekje gevonden in de gang. Ik heb hem "Keep Going" genoemd als aanmoediging voor mijn sportieve gezinsleden, maar vooral voor mijn geblesseerde lief. Omdat fietsen nu eenmaal geen lopen is. Daarom.


15 september 2016

Zalige zomer

Gone with the wind heette mijn vorige post. U weet dat ik graag schrijf over de momenten dat wij met de wind meewaaien. Deze keer zwiepte de wind ons voor de tweede keer naar de Costa Brava. Ik ben geneigd om dit altijd op z'n Amsterdams uit te spreken en dat is waarschijnlijk ook de reden waarom het zo lang geduurd heeft eer we er voor het eerst kwamen. Wat je ook vindt van het Amsterdams accent, de Costa Brava heeft er niets mee van doen.
Alhoewel,  na een wandeling kwamen we uit bij een baaitje waarvan we graag blijven geloven dat je er alleen per boot of wandelend kunt komen. Er lag een restaurantje dat gerund werd door twee oma's. Het bier was er warm en de afwas werd in een plastic teiltje gedaan. Als die twee oma's Amsterdams hadden kunnen praten hadden ze me vast 'schat' genoemd. Nu zeiden ze dat we zulke prachtige kinderen hadden. Dat hoor ik nóg liever!


Natuurlijk gingen we naar Barcelona. We wilden zien wat er in drie jaar tijd veranderd was aan de Sagrada Familia. Wat blijft dit bouwwerk verbazen! Het is van een ongekende schoonheid. Verder slenterden we door de Barri Gotic, aten in le Boqueria en slenterden naar Barceloneta, een voor ons nog onbekend deel van de stad. Natuurlijk besloten we de dag met tapas in El Born.

Dat de meneer met het sandwichbord een beetje gelijk heeft weten we natuurlijk wel. Toch gingen ook wij naar Girona. U kent het wel, kathedraal, joodse wijk, gekleurde huizen aan de rivier. Prachtig. Toch zullen we vooral terugdenken aan de foodmarket in het park aan de stadsmuur. Eten is nogal een thema in ons gezin, moet u weten. "Ik weet nou pas hoe lekker wij thuis eten", sms'te mijn jonste zoon vanuit een Engels gastgezin dit voorjaar. Dan heeft u een beeld..

Maar de wind nam ons ook mee naar Frankrijk, naar de Alpes Maritime. Het Spaanse luieren was voorbij.  Weg met de slippers, hallo bergschoenen!  Ik kan, waarschijnlijk tot troost van velen, zeggen dat ons nageslacht daar iets andere ideeën over heeft. Zo liepen we meestal met z'n tweeën en slechts een enkele keer met z'n vijven. Nou ja. Ooit was ik het die met een zuur gezicht achter mijn vader aansjokte die mij misleid had met z'n hoogtekaart. The circle of life?

Een beetje kampeervakantie heeft ook een kampvuur. Ik, vrouw, in de veertig, denk daarbij aan 'samen in een kring rond het vuur, bij voorkeur voorzien van een glaasje wijn en stiekem ook een stoel'. Ik, vrouw, in de veertig, ben niet degene die dit vuur tot stand heeft gebracht. Ik heb geen hout gesprokkeld, geen kring van stenen gemaakt, geen houtpyramide of andere superbrandbare constructie bedacht, dus ik heb lekker praten met mijn wijntje en mijn stoeltje. Vuur, lieve lezers, dat is jongenswerk dat heel veel aandacht behoeft.  Marshmellows op natgemaakte stokken zijn voor zusjes, want zij moeten het vuur brandende houden. Die evolutie gaat nog heel lang duren.

De scheiding der seksen duurde nog even voort. De mannen beklommen een berg, op de fiets. Dertig hele kilometers lang. Wij zoefden in de auto met proviand naar boven en bewonderden onze helden. Ja er is serieus werk voor de evolutie! Maar wij hadden vakantie en dan maken wij ons niet druk over dat soort zaken.

Ik zal het zo vreselijk missen, de vakantie. Het samenzijn, het kamperen, het oude campinggazlampje en de kaart die aan het begin van de vakantie nog zo heerlijk blanco ligt te zijn. Alles kan nog. Volgend jaar weer!




13 september 2016

Gone with the wind



"Gejaagd door de wind" heeft een grote invloed op mijn leven gehad. Ik maakte kennis met dit boek op een doodsaaie visite aan een oom en tante, die dit boek in hun overigens magere gevulde boekenkast hadden staan. Ik dook in dat boek en kennelijk vond mijn familie het volstrekt normaal dat ik lezend in een hoekje zat, want ik geloof niet dat ik verder nog gestoord werd.

Kenners snappen dat ik het boek die middag niet uitlas, het is nogal een pil. Ik zal een exemplaar bij de bieb hebben gehaald en later kreeg ik voor mijn verjaardag mijn eigen "Gejaagd door de wind". Het is natuurlijk een draak van een boek, maar laten we niet vergeten dat ik een jaar of veertien was. "Scarlett O'Hara was niet mooi", is de openingszin van het boek. Dat geeft de tiener hoop. 

Scarlett mocht dan niet mooi wezen, ze kon iedereen om haar vinger winden en kreeg precies waar ze haar zinnen op had gezet. Een berekend, manipulerend, egoistisch krengetje zeg ik nu, maar als ik toen had kunnen ruilen! 
Ze kreeg het voor elkaar dat ik jarenlang compassie voelde met het Zuiden van Amerika ten tijde van de Burgeroorlog (1860-1865) . Ik had er North and South voor nodig om te beseffen, dat alle spreekwoordelijke hoffelijkheid ten spijt, het Zuiden toch echt de 'bad guy' was in dit conflict.

Ook ik was niet mooi. Ik was een lezer. "Gejaagd door de wind" wakkerde niet mijn manipulatieve handigheid aan, maar mijn liefde voor de geschiedenis, net als de film dat deed voor mijn langdurige verknochtheid aan het kostuumdrama.

Scarlett maakte tijdens de Civil War een jurk uit donkergroene gordijnen, met als doel (meen ik) een lening bij Rhett Butler los te peuteren. Ook ik maakte iets uit een oud gordijn. Een lening heeft het me niet opgeleverd, wel een nieuwe tas.

Lauren koos deze stof van "toiles du soleil' een aantal jaar geleden voor de gordijnen op haar slaapkamer. Dit zou lang leuk blijven. De gordijnen waren nooit een succes. Ze hingen scheef en de voorkeur had een stuk minder eeuwigheidswaarde dan voorzien. Scarlett indachtig zette ik de schaar erin en maakte er een zeer ruime strandtas van.


Jarenlang maakte ik tassen van stevige canvas, die ik dan voerde met stevig katoen. Dat maakte dan zonder tussenvulling een hele stevige tas. In combinatie met de leren hengsels die ik zo graag gebruik sjouw je ook een breuk. Zeulen is het laatste wat je wilt doen op een warme dag (u ziet dat ik daar heel Scarlett-achtig iemand voor gecharterd heb).Ik maakte deze tas enkellaags en deed iets met Franse of Engelse naden of iets daar tussen in. Je zou hem bijna binnenstebuiten dragen!

Het is een niemendalletje, nog beroerd gestreken ook en ik zou hem niet hebben laten zien als het niet van de gordijnen was gemaakt en ik zo een goede aanleiding had voor weer eens blog. Zou de regelmaat er weer eens een beetje in kunnen komen? U heeft nog een vakantiepostje van me tegoed!

14 mei 2016

Como revisited

Graag wilde ik koningsdag ontvluchten. Hordes mensen die hun oranje plunje weer hebben opgeduikeld en straten vol derdehands meuk doen dat met me. Hordes oranje missen die uitwerking nooit. Toen Nederland een paar jaar geleden in de eerste wedstrijd van het wereldkampioenschap totaal onverwacht met 5-0 van Spanje won, kreeg ik daar in een verlaten strandtent niets van mee.



Ik had echter buiten mijn kinderen gerekend. Die zijn toevallig gek op hordes mensen. Liefst bijeengepropt voor een podium. Koningsdag ontvluchten, ben je niet lekker? En zo kwam het dat ik 's middags om vier uur met een biertje op het plein stond. In een winterjas. En toen wilde ik echt weg. Daar hielp geen lievemoedertje meer aan.


En gelievemoederd werd er. "Móet ik mee", vroeg de oudste. Dat die vraag een keer zou komen heb ik in de afgelopen zeventien jaar heus wel eens bedacht, maar toch kwam het als een donderslag bij heldere hemel. Er volgde een uiteenzetting over 'eindelijk een beetje tijd om leuke dingen met vrienden te doen' (in mijn optiek is het leven van pubers een continue aaneenrijging van leuke dingen met vrienden) en 'je snapt toch wel dat ik naar bevrijdingspop wil (volgend jaar is er weer bevrijdingspop, ja die dooddoener bedacht ik echt). Uiteindelijk gaf ik maar het eerlijkste antwoord: "Ik geloof niet dat ik al zover ben" en op het sentiment spelend voegde ik er nog dramatisch aan toe dat ik dacht dat vakantie iets leuks was.


 En dus gingen we. Aanvankelijk leek het erop dat het weer in heel Europa roet in het eten gooide, maar uiteindelijk gingen we precies naar de plek waar ik het allerliefste wilde zijn. Al eerder vertelde ik hier over mijn grote liefde voor het Comomeer. Inmiddels was het al vier jaar geleden dat ik er voor het laatst was. We gingen een beetje vreemd aan het meer van Lugano, omdat we daar een huisje aan het water vonden en het tenslotte maar een kwartiertje van het Comomeer ligt.

 En mooi was het er. We zagen in een week tijd de nog verse sneeuw van de bergen smelten en de stoersten onder ons zwommen in het meer. We gingen naar Milaan en noteerden andermaal dat dat niet persé hoeft.  We aten heerlijk in Como en Cima di Porlezza.  We (nou ja: ze ) speelden Texas Hold 'em, Scrabble en Yahtzee. We lazen , we dronken de zon en de wijn en keerden herboren terug om te constateren dat de zomer met ons meegereisd was. Het was heerlijk om weer eens wifiloos met z'n vijven te zijn.


Ik zei het al eerder. Vakantie, wij zijn er goed in.

Gelezen: 
Annegine Goemans, Honolulu King
Isabel Allende, Ripper
Annejet van der Zijl, De Amerikaanse Prinses
Cheryl Strayed, Wild

Geluisterdo.a.:
Nieuwe album Stephanie Struijk, mooiste liedje: Sowieso beter



4 april 2016

De tas en de filosofie

Wij kopen ons kattenvoer bij een tuincentrum waarvan groen spul voor in de tuin slechts bijzaak is. Dat kattenvoer staat halverwege de enorme winkel. Dankzij een slim uitgedachte route, waarbij ik slechts sporadisch een stukje kan afsnijden, ben ik goed op de hoogte van het aanbod. Omdat ik regelmatig kattenvoer nodig heb, verbaas ik mij nergens meer over. Niet over de fonteintjes, niet over wanstaltige plantenbakjes met 'welcome' erop, niet over plastic bakjes die je over de balkonrand kan hangen en die bij voorkeur fuchsia of limegroen zijn. Ik ben het bijna logisch gaan vinden dat ze er allerlei dienbladen en serviezen verkopen. Ze doen maar. Mij krijgen ze er niet mee van mijn stuk. 

Maar nu heb ik toch nog iets nieuws ontdekt waarover ik mij wel heb verbaasd. In het tuincentrum dat op wat verdwaald diervoeder en een handjevol tuinplanten na, van overbodigheid aan elkaar hangt, is een niet onaanzienlijke ruimte gereserveerd voor houten borden met teksten erop. "Hier in huis hebben wij plezier, maken we fouten, zeggen we sorry, worden we boos, vergeven we, geven we elkaar knuffels, horen we bij elkaar, hebben we lief" en dat in dertien verschillende lettertypes. Op eén bord. Heeft u beeld of wilt u er nog een horen? "In dit huis lig ik overal, doe ik waar ik zin in heb, spin ik heel hard, knuffel ik graag, dit is mijn thuis en ik ben de baas", er staan kattenpootjes en een kattensilhouet bij zodat je je niet vergist en denkt dat de vrouw des huizes toevallig een ouderwetse hobby heeft. 

En nee, ik kwam niet in de verleiding. Maar eigenlijk had het me niet hoeven verbazen. Pinterest staat tenslotte ook vol met 'inspirational quotes'. Het heeft allemaal de diepgang van een soepbord, maar we lusten er wel pap van.

Ook ik heb boter op mijn hoofd. In mijn blogloze periode maakte ik deze boodschappentas van een prachtig Nani Iro stofje. Als gebbetje naaide ik een citaat dat ik eens had gepind aan de binnenkant van de tas. Serieuzer moet het niet worden. Citatenfilosofie heeft misschien wel de toekomst, maar toch slechts als decoratie en niet als antwoord op onze levensvragen. 

Het is een fijne tas en er kan meer in dan ik kan dragen en is daarmee dus een zeer bedenkelijke metafoor voor het leven. Maar ja, het is dan ook slechts een tas. 


7 maart 2016

Periodiek Systeem

Lang geleden deed ik eindexamen Scheikunde. Zelden had ik zo weinig te zoeken in een gymzaal als toen. Ik had tijdens de les vooral geleerd dat het opendraaien van de kranen leidde tot veelvuldig toiletbezoek van sommige leerlingen. Het Periodiek Systeem was ook nog wel tot me doorgedrongen, maar veel verder reikte mijn chemische kennis (laat staan begrip) niet.

Ik herinner me dat er op het examen een vraag was over corrosie en cola en dat ik niet de minste notie wat ik daarmee aan moest. Nu denk ik dat ik over koolzuur of iets anders roestoplossends had moeten beginnen (ik geloof dat cola rijk is aan fosforzuur wat weer een echte roestkiller is), maar toen was er alleen een heel groot zwart niets.
In plaats van bij te pakken neer te zitten kwam ik op het  briljante idee om cola in de elementen Co en La te splitsen. Ik verzon wat handige eigenschappen voor deze nieuwbakken leden van het Periodiek Systeem der elementen en met de moed der wanhoop worstelde ik mij door het examen.
Ik had een drie als eindcijfer en aangezien het extra vak betrof heb ik de schoolleiding vriendelijk verzocht dit niet op mijn cijferlijst te vermelden. Het was alsof ik nooit Scheikunde had gevolgd en eerlijk gezegd voelde dat ook zo. Ik heb het in de rest van mijn leven nooit gemist.

Ik ben zo dom geweest om dit verhaal aan mijn kinderen te vertellen, die het op hun beurt weer aan hun docenten Scheikunde hebben verteld. Op die manier zit ik er tijdens een tienminutengesprek nogal onnozel bij. "Ach, ik ben weer goed in andere dingen". Ja, dat soort dingen zeg ik dan.

Wel heb ik jarenlang mijn eigen periodieke systeem gehad. Zodra ik in een quiltwinkel was verzamelde ik daar allerlei stof van Kaffe Fasset. Meneer Fasset kreeg bij geboorte de naam Frank en het is mij een raadsel waarom je daar Kaffe van zou willen maken, maar dat doet niets af aan zijn stoffen. Alle stoffen zijn bijzonder kleurrijk. Na jaren verzamelen had ik er genoeg van. Letterlijk en figuurlijk.



Ik maakte er een quilt van bestaande uit 63 ninepatchblokken (567 vierkantjes van 4,5 x 4,5 cm) en gebruikte 48 bloemetjes op de kruispunten. Ik stikte de quilt met de hand door en toen het klaar was kon ik geen kleur meer zien. Mijn dochter gelukkig nog wel.

20 februari 2016

Dialect

Ik groeide op in Drenthe. Mijn ouders waren Fries, spraken dat ook met elkaar, dus echt Drents heb ik nooit gesproken. Dat bleek later nog een zegen. Als puber verhuisde ik naar Noord Holland. Zonder Drents accent bleek dat al erg genoeg. Op piedro's (stevige stappers) en twee lange vlechten maakte ik mijn opwachting in de klas. Dat was inderdaad zo ongeveer alles wat ze van iemand uit het oosten van het land hadden verwacht.

Dat ik niet bepaald op mijn mondje ben gevallen, is waarschijnlijk mijn redding geweest in die dagen. Ik zal mijzelf ook flink hebben overschreeuwd. En natuurlijk viel ik regelmatig door de mand, "Waar ik weg kom..", zei ik dan. Of: "Nou tjeu hè", bij het afscheid in plaats van dat afgrijselijke 'doei' wat ter plaatse zo in de mode was. Nog steeds zeg ik dat de deur los is, in plaats van open en nemen we het laatste 'klukkie' uit de fles,

Ik zeg geen stiefels meer tegen laarsen of een bokse tegen broek. Ik eet gewoon een broodje en geen stoet, maar het het horen van die woorden roept een fijn gevoel van vroeger op. "Oh my God", roepen de vriendinnen van mijn dochter. Mijn buurvrouw riep vroeger al "o gottegottegot" om uiting te geven aan haar ontzetting. Inderdaad, met een "t", want het verschil tussen een 't' en 'd' kun je in het Drents heel goed horen.

Omringd door Drents en Fries,  heb ik een levenslange liefde voor het dialect en de taal opgevat. Of het nou Drents, Limburgs, of Vlaams is, ik proef de woorden en kom altijd tot de conclusie dat er meer vriendelijkheid in dialect zit, wellicht met uitzondering van het Gronings en Zeeuws. Daar klinkt de weerbarstigheid van het land in door. Zelf spreek ik geloof ik iets wat dicht bij ABN komt. Wel leg ik nogal overdreven klemtonen, iets wat me pas opvalt als ik mijn dochter hoor, die mijn geagiteerdheid goed kan nabootsen.

Ook mijn man heeft nedersaksische roots. Hij zegt "dat is een principe een goed idee", als hij "ja" bedoelt. En als hij zegt dat je iets maar beter niet kunt doen, denken de kinderen dat er een keuzemogelijkheid in dat antwoord zit, terwijl het keihard 'nee' is. Ook zegt 'ie trouwens dat er "slecht weer is afgezegd", waarbij ik altijd dezelfde flauwe vraag stel of het soms niet doorgaat.

Geen wonder dat we zo graag naar Daniel Lohues luisteren. Ooit was hij met Skik mijn redding op weg naar een rotbaan in het Noordhollandse Hoorn. Vanwege die baan is het tussen mij en Hoorn nooit meer goed gekomen, maar als ik op weg ernaar toe "Op fietse" op de radio hoorde, begon mijn dag een klein beetje beter. Terwijl ik dit stukje tik (o, wat fijn journalistiek om dat te zeggen), luister ik naar de nieuwe cd "Aosem" van Daniel Lohues (alvast te beluisteren via de site van Dagblad van het Noorden).
Ik weet niet of hij met 'aosem' adem bedoelt of 'supercool'. Ik ben geneigd te denken dat het de eerste betekenis heeft, maar supercool is het wel.

Ik deed ook iets wat 'awesome' was. (Ja, door die vreemde combinatie van mijn blog, word ik de koningin van de bruggetjes.) Ik maakte met behulp van mijn moeder, een schering voor op het weefgetouw. Een eerste stap naar het leren weven. Wat ik van mijn eerste weefles vooral heb onthouden dat het kruis cruciaal is. Ja, het heet niet voor niets cruciaal!

Het geweven lopertje is uiteraard van de hand van mijn moeder. Zo'n vlotte leerling ben ik nou ook weer niet




18 februari 2016

Een gala en een menagerie

Kleine jongetjes willen met hun moeder trouwen. Grote jongens soms ook, dan heet het een Oedipus complex. Er zijn ook mannen die denken dat ze met hun moeder getrouwd zijn, maar eigenlijk iemand zoeken die hun sokken en ondergoed in de wasmand gooit.

Maar nu dit. Mijn oudste zoon, die allang niet meer met mij wil trouwen,  heeft voor het eerst een gala. Van school. Ik moet me daar beslist niet te veel van voorstellen. Ze gaan heus niet "in een kasteel met klassieke muziek of zo". Zelf vond hij het toch belangrijk genoeg om achter iets draagbaars aan te gaan. Dat is nog een hele toer met kledingmaat 44. 

We vonden een donkerblauw fluwelen jasje en een überhip gesneden smokingpantalon. Alleszins redelijk geprijsd aangezien de kerst al even geleden is. Een wit overhemd van mijn man, die om hem moverende redenen uitsluitend dubbele manchetten draagt, paste prima dus waren we nog een vlinderdas verwijderd van het feest. Een zelfstrikker moest het zijn. Op de vreemdste momenten blijkt mijn zoon ineens een etiquettetijger te zijn.

Hoewel als gezegd allang geen trouwmateriaal meer, kwam ik hier toch handig van pas. Ik naaide in een handomdraai uit een oude stropdas van mijn man een vlinderdas en besteedde drie keer zoveel tijd aan het bestuderen van how-to videos op Youtube om te zien hoe je dat in 's hemelsnaam een beetje knap gestrikt krijgt. Net toen ik bedacht dat we ook een gewoon een lap zijde konden strikken voor een bijzonder flamboyante Oscar Wilde-look, kreeg ik het door.

Dat is waar de menagerie van drie dieren om de hoek komt kijken. Knoop erin, papegaai op je schouder, visje in het midden, een olifant maken en slurf door de lus. Zo ga ik het wel onthouden. Als u denkt dat ik gek geworden ben, moet u het zelf maar eens proberen. En het is nog lang zo gek niet als de jongen tijdens dansles die alleen de Engelse wals kon dansen als hij zachtjes, maar toch hoorbaar, lé-ver-worst, lé-ver-worst zei. 

De rollen zijn omgedraaid. Ik zou zomaar met mijn eigen zoon willen trouwen! En die onscherpe foto's zijn niet om te voorkomen dat u dat ook wilt, maar het valt niet mee een zestienjarige te laten poseren op een donkere dag als hij eigenlijk wiskunde moet leren.

De tutorial voor een vlinderdas uit een stropdas vindt u hier.





13 februari 2016

Kennis is ook niet alles

Bijna iedereen die een klein baby'tje vasthoudt voelt de onbedwingbare behoefte om even aan het hoofdje te snuffelen en de zoete geur van onschuld op te snuiven. 
Zo begon laatst een voorlichtingsavond voor ouders op een middelbare school. Het publiek knikte instemmend. Zo'n babyhoofdje, dat konden we ons allemaal nog wel herinneren. De liefde, zo ging de spreker verder, moest welhaast door de neus gaan.

Paradoxaal genoeg ging het verhaal die avond over 'de puber'. Wie van u zo'n exemplaar in huis heeft zal zich misschien vertwijfeld afvragen of het reukorgaan en de liefde voor het kind niet eerder op gespannen voet staan. Eerder helpt het ons afstand te nemen van dat teerbeminde kind. Of beter: te aanvaarden dat het afstand neemt van ons.

Met twee pubers in huis kon ik een glimlach niet bedwingen. Het stinken valt hier overigens wel mee. Erger zijn de luchten waarmee ze mogelijk rieken denken te kunnen bedwingen. Als zij na het ontbijt de kamer hebben verlaten zitten de achterblijvers nog tot de lunch in een sterke deodorantlucht. 

Ons derde kind is nog geen puber. Maar toen ik laatst, na een aanvaring met de oudste, smeekte of zij kon overwegen er nooit een te worden, zei ze lachend dat ze helaas niets kon beloven. 

Een schoolkind nog, maar wel druk met de volgende stap. Volgend jaar gaat ook ons jongste kind naar de middelbare school. We wonen hier in een omgeving waarin weliswaar keus te over is wat betreft middelbare scholen, maar waar er op de meeste wel geloot moet worden. Leerlingen uit groep 8 moeten een lijstje van 5 scholen opgeven en er maar het beste van hopen. 

De keus van een middelbare scholen zorgt vaak voor een waterscheiding. Wat de een aanspreekt, stoot de ander af. Voor de derde keer liepen we een fiks aantal open dagen af. Ik verbaas me over scholen en ouders. We wonen in een omgeving waarbij een flink aantal ouders meent dat hun kind hoogbegaafd is. Alsof dat zo'n cadeautje is. Alle VWO's  besteden dus flink aandacht aan wat er allemaal extra gedaan kan worden voor superintelligente kinderen. Chinees leren of versneld examen doen. Kortom: nog meer kennis.

Onze kinderen zijn niet hoogbegaafd. Wel leren ze makkelijk en zijn ze lang niet dom. Ook zij kregen al op de lagere school te maken met plusklasjes en extra stof. Ik geloof hier eerlijk gezegd niet zo erg in. Ik denk dat je de slimmeriken misschien een heel andere uitdaging moet geven. Maak eens iets met je handen. Doe eens iets kunstzinnigs. Kom eens uit dat brein. Misschien moet je andere talenten eens de kans geven om te ontwikkelen. 

Onze dochter maakte een top drie van de scholen die ze bezocht.  Het is ook onze top drie, misschien in een andere volgorde, misschien ook niet. Zij kiest. Zij moet er tenslotte tenminste zes jaar doorbrengen. Ik hoop dat zij er meer leert dan kennis alleen. 

We namen vast een voorschotje op een nieuwe stap door haar kamer eens aan te pakken. De roze muren werden blauw. Er werd een kastje opgehangen voor bijzondere objecten, waaronder het duifje dat haar pake maakte. Op te voorkomen dat de deur tegen het kastje zou botsen maakte ik een deurstopper in de vorm van een uil, die voor de foto even op haar bureautje staat.

4 februari 2016

Een rare categorie


Ik blog niet meer. Dat had u misschien al gemerkt. Al komt hier dagelijks nog wel een handjevol mensen kijken. Nog een knappe prestatie voor een blog dat al meer dan een half jaar niet meer wordt ververst.

Nu had dat deels te maken met een kapotte camera. Hoewel het hier altijd tekst vóór beeld was, had ik toch wel een standaard waar een vervlogendagenfoto aan moest voldoen. U kent de dogma's wel: spiegelreflex op handmatig en geen flits. Sommigen van u mogen met een smartphone Mario Testino eruit fotograferen, maar daar hoor ik niet bij.

Voor een groot deel heeft het ook te maken met de niche waarin ik dit blog had geparkeerd. "Grappige columns voorzien van foto's van zelfgemaakte items die bij voorkeur niets met elkaar te maken hebben", dat is geen erg herkenbare categorie. Eerder een eenmansfractie.


Maar weet u wat? Zoals iedereen op social media altijd roept: ik doe dit voor mijzelf! En bij hoge uitzondering plaats ik daar zowaar een foto van mijzelf bij.

U weet wat het is met eenmansfracties. Ze zitten daar omdat ze niet langer bij hun partij konden, mochten of wilden blijven, maar ze waren zo gehecht aan het pluche. Al heet het meestal in politiek correcte bewoordingen dat ze hun kiezers niet in de steek konden laten.

Ook ik ben gehecht aan mijn plekje. En hoewel ik niets tegen een beetje politieke correctheid heb, denk ik niet dat ik u, de lezer, niet in de steek kan laten. U heeft wel wat anders aan uw hoofd. Maar fijn als u weer aanhaakt. Om tekst, beeld of idee. Dat is mij om het even.

U ziet de foto's van een wollen quilt. Deze maakte ik voor Stu Blu. Een handmade label waar ik u de komende tijd wat meer over zal vertellen. Voor Stu Blu bedacht ik de SUITED serie. Quilts van het mooiste Italiaanse kamgaren en kasjmier. Pure luxe en geheel handgequilt. De trui is een ontwerp van Isabell Kraemer en heet Elementary en heeft toevallig precies dezelfde kleuren. De wol is Jamiesons Spindrift.

De sjaal heeft de poëtische naam "stories from Snoqualmie Valley" en waar dat ook mag zijn en klinkt als een plek waar ik wel naar toe wil. Het is een ontwerp van Annie Rowden. Deze sjaal kostte nog geen twintig euro omdat ik heb breide van Drops Nepal van nog geen 2 euro per bol. Waarom is dat zo goedkoop? Vast geen goed nieuws. Weet u nog dat ik mijn kinderen leerde dat gratis niet bestaat en goedkoop verdacht is?