29 juli 2014

De beste tijd van het jaar

Wij zijn geen planners. Geen mensen die in januari, of godbetert in november, een vakantiebestemming bepalen, een uurtje googelen en de hele rattaplan boeken. Pas als het in Nederland een beetje mooi weer wordt en je bijna kan aftellen naar de vakantie, dan begint het te leven. Natuurlijk zijn sommige bestemmingen dan uitgesloten wegens volgeboekt. Dat maakt het leven overzichtelijk.

We wilden naar Corsica, maar toen we serieus naar boten gingen kijken, kostte de overtocht inmiddels meer dan zevenhonderd euro, hetgeen het Corsicaans enthousiasme danig deed tanen. We zouden naar Kroatie, maar kregen steeds te horen dat er geen plek was of dat de plek te klein was. Onze onervarenheid met dit land maakte dat we er niet op de bonnefooi heen durfden. Zo werd het good old Italië. En al tijdens de eerste overnachting zagen we dat het goed was.
 We gingen naar Umbrië, zeventienhonderd kilometer van huis, om te ontdekken dat het pijpenstelen regende en te oordelen naar de verdacht groene kleur van het landschap had het dat al meer gedaan in de voorafgaande periode. Maar langzaam werd het weer beter en genoten van het prachtige landschap. En ja, vorig jaar deed ik nog een beetje smalend over de hangmat, maar niets menselijks is ons vreemd.

We deden wat je zoal doet in Italië. Stadjes bezoeken (Norcia, Ascoli Piceno en Spoleto), waar we pasta en pizza aten en 'capucci' dronken. We wandelden in de bergen van de Monte Sibellini, waar ik erachter kwam dat ik toch niet mijn hele genenpakket aan de jongens heb geschonken, zoals ik eerder vermoedde. Toen Lauren zachtjes jammerde dat ze de wandeling veel te steil vond, deed me dit sterk aan mijn eigen jeugd denken. En net als mijn ouders trokken wij er ons weinig van aan. Op de lange duur helpt dit, weet ik nu. Lange duur als in: dertig jaar.

Maar het allermooiste wat we zagen was de Pian Grande di Castelluccio. Een hoogvlakte. Je waant je midden in de Andes, al was ik daar nooit en is het maar wat ik me er bij voorstel. Ik kon Ennio Morricone bijna horen fluiten en genoot.

Wij anti-planners die meestal achter het net vissen als het gaat om de juiste plaats en de juiste tijd, vielen met onze neus in de boter. We konden nog net 'La Fioritura' meemaken. Van mei tot begin juli staat de hoogvlakte in bloei. En dat is mooier dan de foto's vertellen. Ze kweken er trouwens beroemde linzen. Zoiets als Le Puy, maar dan kleiner. Lenticchie di Castelluccio.

Het was zo mooi, dat we nog eens terugkwamen. Gewezen paardenmeisje als ik ben, kon ik het niet laten om te paard over de vlakte gaan. Samen met een norse cowboy, die zich niet voorstelde en pas tegen me praatte toen hij doorkreeg dat ik een paar woordjes Italiaans sprak, reed ik over die machtige vlakte. Nadat hij zich ervan verzekerd had dat ik te paard geen beginner ben, gingen we ook in draf en galop. Man, zo gaaf.  En ja, het is een rare scheve foto, maar maak maar eens een foto als je na vijf jaar weer op een paard zit. Een selfie te paard werkt ook niet: geen paard te zien. Daags na het avontuur voelde ik mij overigens weer geheel en al een beginner. Spierpijn!

Monte Sibellini is ons goed bevallen. We komen zeker nog eens terug en hopen dan op mooier weer. Ook de camping (Il Collaccio in Preci) was een aanrader. Hoewel er behalve een zwembad en een restaurant niets te doen was, wemelde het er van wat oudere Nederlandse en Vlaamse kinderen, zeer tot tevredenheid van de onze!

Na tien dagen verruilden we Umbrië voor Toscane. Het is niet onze gewoonte om terug te keren naar dezelfde plek, maar toch belandden we weer in Campiglia Marittima . En al gauw zagen we dat dat goed was. We deden voor de vorm nog een beetje cultureel in Massa Marittima, San Gimignano en Volterra, maar het heerlijkste van al is het strand en de zee.

Golfo di Baratti is een echt Italiaans strand. Natuurlijk met bedjes, maar ook genoeg plek als je gewoon, net als wij, op je handdoek ligt. Met echt Italiaans bedoel ik oude mannetjes die aan de waterlijn staan te mijmeren over hun dagen als macho. De dames van onduidelijke leeftijd die nooit genoeg woorden hebben om de dingen van de dag door te nemen. De jonge jongens die met ballen overgooien in het water, uitsluitend met als doel het showen van hun jonge godenlijven. De kinderen die eindeloos heen en weer lopen met lekke emmertjes. De mooie jonge meiden (ciao bella) die gewoon wegkomen met die veel te kleine bikini's. En niet te vergeten met een cocobellococomeneer met een wagentje met een toeter. "Coco, granite, ananas". Daar hou ik van.

Maar soms is een verloren strandje, ver van de bewoonde wereld ook wel fijn. Buca delle Fate was dat. Twintig minuutjes afdalen en je zit in het paradijs, tenminste als  je van zwemmen en van rotsen springen houdt. Onze kinderen zijn er gek op. De jongens willen overal afduiken. En ik maar roepen van "voorzichtig, voorzichtig". "Jaha, tuurlijk...."

Wij anti-planners hadden bedacht om de laatste dag een bootje te huren. Dat kon niet meer. Bootjes allemaal besproken. Niet de juiste tijd, niet de juiste plek. Nou ja, jammer. Wij anti-planners kunnen goed teleurstellingen verwerken.

We hadden nog een teleurstelling te verwerken. Panne aan de motor van onze Peugeot. Handige auto in Italië. Mijn man verbeet zijn Noordeuropese ergernis toen alles geregeld leek en alleen een handtekening op het formulier van de leenauto nog tussen hem en de rest van de vakantiedag in stond. Pranzo! Pech gehad, eerst lunchen. Hij sleet tweeënhalf uur op het industrieterrein van Follonica met panini en Herman Koch.
En zelfs toen de met de spoed bestelde onderdelen als door een wonder op tijd aankwamen, bleken we toch niet met onze eigen auto naar huis te kunnen. Met een veel te kleine patsbak begonnen we aan de terugweg. "Nettes Wagen", zei de Zwitserse pensionhouder erover. Dat had hij vast niet over onze eigen auto gezegd.

Nu zijn we weer thuis. Sommige spullen nog niet. De tent en enkele andere kampeerspullen worden meegenomen door lieve onbekenden van de camping. Die pasten niet in de 'nettes Wagen', Toffe mensen, kampeerders!

Vakantie, we plannen het niet, maar het is wat ik het liefste doe. Kamperen, buiten zijn, lezen, zwemmen, zonnen, eten, drinken, stadje. Het heeft niet veel om het lijf, maar wat is het fijn!